STUDIEDAG
Aquarama 79 – maart 2018
Capture, groot in water... en meer

(vrnl) Prof. Arne Verliefde (UGent), prof. Korneel Rabaey (UGent), Vlaams minister Philippe Muyters, rector Rik Van de Walle (UGent), Marnix Botte (vicevoorzitter IIC UGent). (foto UGent)

Een maquette van het acceleratorgebouw dat in 2020 moet worden opgeleverd. De eerste drie verdiepingen zullen het technologische deel bevatten. Op de twee bovenste verdiepingen komen vooral kantoren van bedrijven. (foto UGent)

Arne Verliefde. (foto Simon Robbrecht)

Jan Arents. (foto Simon Robbrecht)
PreviousNextIn 2015 is het Capture-platform van start gegaan. Het wil circulaire economie laten doorbreken in het bedrijfsleven, dankzij radicale innovatie in de context van grondstoffenhergebruik. Het functioneerde tot nu toe heel actief, maar in alle stilte. Tot 22 november 2017, toen het liet weten dat het een eigen gebouw krijgt van 7.000 m2, met daarin een technologie- en businessaccelerator. Capture focust op drie pijplijnen: CO2 , plastics en, last but not least, water.
Capture ging in 2015 van start en staat voor ‘Centre for Advanced Process Technology for Urban REsource recovery’. Het is een samenwerking, een ‘platform’ van professoren, technologen, en een aantal private en publieke partners. Het focust op drie zogenaamde ‘pijplijnen’: (vervuild) water, CO2 en plastics. De partners beschouwen ze niet als afvalproducten, maar als grondstoffen. Iedereen die relevant is in de grondstoffenrecyclage kan deel van uitmaken van het platform. Prof. Korneel Rabaey, Universiteit Gent: “We kunnen heel wat technologie ontwikkelen. Maar die ontwikkelingen komen nog te zelden op de markt, vooral omdat het complex is en er veel belanghebbenden betrokken zijn.”
Daar wil Capture iets aan doen. Er wordt alles aan gedaan opdat de inzichten het bedrijfsleven ten goede komen. Bijvoorbeeld leiden ze tot succesrijke start-ups, of helpen ze bestaande, grote ondernemingen efficiënter en dus winstgevender te werken. Wat water betreft, gaat het vooral over technologie voor de recuperatie van water, of van zaken die in het water zitten, bijvoorbeeld stikstof en nuttige zouten, die kunnen worden omgezet naar voeding of bemestingsproducten.
Accelerator
De initiatiefnemers hebben intussen verschillende investeerders kunnen overtuigen van hun visie. Allen samen investeren ze liefst 15,2 miljoen euro in het concept. Universiteit Gent haalt 1,5 miljoen euro boven; het IIC UGent (Incubatie- en Innovatiecentrum Universiteit Gent), een dienstencentrum voor spin-offs van Associatie Universiteit Gent, komt met 4,5 miljoen euro, en Provincie Oost-Vlaanderen legt 0,5 miljoen op tafel. Dan is er nog EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) met 4,8 miljoen, en de Vlaamse regering die met 3,9 miljoen komt. “Dat is veel geld,” beaamt Philippe Muyters, Vlaams minister van Economie. “Maar ik heb vertrouwen in de return on investment. Vandaag ben ik minister van economie, maar ik denk dat ik meer en meer minister word van de círculaire economie, omdat die een grote opportuniteit is.”
Doel is met het geld een unieke verzameling experts en infrastructuur samen te brengen in een 7.000 m2 groot gebouw. Die ‘accelerator’ moet in 2020 opgeleverd worden op het nieuwe technologiepark Eiland Zwijnaarde, wat onderdeel wordt van kenniszone Tech Lane Ghent Science Park. De eerste drie verdiepingen zullen het technologische deel bevatten: er komen een enorme technologiehal, demo-infrastructuur, gemeenschappelijke laboruimtes en werkplaatsen. Maar omdat Capture het cruciaal vindt dat deze technologie ook de wijde wereld in gaat, komt er ook een businessdeel, op de twee bovenste verdiepingen. Kmo’s (onder andere spin-offs) en industriële concerns zullen er kantoorruimte huren om nieuwe activiteiten rond te ontwikkelen rond water, CO2 en plastics.
De mensen achter Capture zijn ervan doordrongen dat voor het welslagen van een nieuw product en van een nieuw bedrijf verschillende disciplines nodig zijn. Daarom brengen ze verschillende expertisedomeinen samen. Rik Van de Walle, rector van UGent: “We gaan daar niet alleen ingenieurs of technologen samenbrengen. We gaan er bijvoorbeeld ook juridische experten bij betrekken, en mensen die verstand hebben van vermarkting van wetenschappelijke ideeën. En, ik benadruk: we gaan er ook andere universiteiten bij betrekken.”
Capture streeft niet alleen naar samenwerking tussen universiteiten maar ook naar samenwerking met andere kennisinstellingen. Zo is op 22 november een intentieverklaring voor meer samenwerking ondertekend, onder Capture-vlag, tussen UGent en VITO.
One-stop-shop
Capture wil tot ver buiten de landsgrenzen hoge ogen gooien. Rabaey: “De belangrijkste reden voor bedrijven om zich in het Capture-gebouw te vestigen, zal zijn dat ze dan vlak bij de technologieaccelerator zitten. Al die mensen met hun expertise, en al die prachtige infrastructuur zullen zich vlakbij bevinden, in de verdiepingen eronder. Ook grote bedrijven hebben al die expertise niet in huis. Bijvoorbeeld hebben zelfs grote chemiebedrijven vaak geen eigen watercentrum. Ze hebben nood aan expertise en zullen die in de accelerator vinden. De tweede reden heeft te maken met ontwikkeling van nieuwe technologie. Vroeger was alles gefocusd op een industrieel proces: dat genereert afvalstromen, en die ga je behandelen. Maar tegenwoordig gaat de technologie -bijvoorbeeld deze die water recupereert- meer upstream in het proces plaatsvinden, en het chemieproces zelf beïnvloeden. Om dan tot een oplossing te komen, moet je veel nauwer met de industrie samenwerken, om de impact van hun water, van hun CO2, van hun plasticsgebruik te zien. Vroeger gebeurde afvalbehandeling ‘end of pipe’, maar tegenwoordig, omdat die technologie ingrijpt op het proces zelf, is er een strategisch voordeel voor bedrijven sterk bij onderzoek betrokken te zijn.”
Uiteindelijk wil Capture zo, voor oplossingen voor herwinning van grondstoffen, een one-stop-shop worden voor industrie en overheid.
Weelde van contacten
Binnen Capture is de waterpijplijn de meest gevorderde pijplijn. Prof. Arne Verliefde, UGent: “We zijn al heel ver in het terugwinnen van water, maar kunnen we nog stappen zetten naar het terugwinnen van energie en grondstoffen eruit: lokaal warmte uit water terugwinnen, nutriënten eruit terugwinnen, zouten terugwinnen, vooral daar zitten de economische modellen nog niet goed. Maar naast water focussen we natuurlijk ook op de andere twee pijplijnen, en dat zijn CO2 en plastics.”
Er zijn nu acht verschillende onderzoekgroepen binnen de universiteit die binnen het virtueel platform Capture zitten, gaat hij verder. “In het acceleratorgebouw zullen alle acht onderzoeksgroepen samen in één gebouw zitten. Je gaat zo’n weelde van contacten creëren... dat zal het veel makkelijker maken aanknopingspunten te vinden en integrale discussies op te starten.”
Minister Muyters gelooft dat dit alles het bedrijfsleven ten goede zal komen. “Ook ondernemingen zullen beseffen dat een omslag naar een circulaire economie noodzakelijk is, en dat ze er de vruchten van zullen plukken als ze die effectief maken”, benadrukte hij.
Door Koen Vandepopuliere
capture-resources.be
www.r2t.ugent.be
Project Improved
Binnen Capture lopen al diverse projecten. Niet binnen het gebouw, natuurlijk, want dat is er nog niet. Maar wel binnen het platform. Een voorbeeld van zo’n project is Improved. Prof. Arne Verliefde, UGent: “We zien vaak dat de industrie te maken krijgt met een verslechtering van de waterkwaliteit, omdat ze steeds vaker een beroep moet doen op alternatieve waterbronnen. Dat kan leiden tot problemen zoals corrosie, vervuiling in stoomwatercircuits,... binnen het project werken we aan een oplossing. Daarbij gaan we heel multidisciplinair samenwerken: het gaat over materiaalkunde, over waterzuivering, energie,... We gaan ook ter plaatse bij de bedrijven testen, met een installatie op mobiele schaal, zodat daar heel duidelijk wordt of het werkt of niet. En als het niet werkt, zullen we zien waarom het dat niet doet. Neem bijvoorbeeld een stoomboiler of stoomturbine. Als de waterkwaliteit daarin onvoldoende is, krijg je risico’s op aanwezigheid of vorming van producten die tot corrosie kunnen leiden. Maar er is eigenlijk nooit een goed verband gelegd tussen waterkwaliteit en hoeveel corrosie je krijgt. We willen nu zwart op wit aantonen: als je die waterkwaliteit hebt, krijg je zoveel corrosie, als je die andere waterkwaliteit hebt, is het risico x procent lager. Zo kan je een balans maken die rekening houdt met het economische aspect -te veel zuiveren kost energie en dus geld- en het technologische en materiaalkundige, dat vraagt niet te weinig te zuiveren. Als je kan aantonen voor een bedrijf dat overschakelen tussen waterkwaliteiten weinig risico inhoudt, wordt het voor een bedrijf makkelijker om die stap te gaan zetten, want een bedrijf wil niet meteen die hele investering doen als het niet zeker is dat het proces ook op lange termijn zal blijken te voldoen. Die overgang van technologie uitdenken naar de inzet ervan in de praktijk, zal makkelijker worden door de unieke Improved-infrastructuur, en door al die stakeholders samen te brengen. Dat is een perfect voorbeeld van hoe Capture wil werken.”
Van R2T naar Capture
De kiem waaruit Capture is gegroeid, is een consortium dat bijna volledig rond water draait: R2T (Resource Recovery Technology consortium). Mettertijd zal R2T volledig opgenomen worden in dat bredere platform. “R2T is eigenlijk de virtuele waterpijplijn binnen Capture”, legt prof. Verliefde uit. “Het is een betalend platform waarvan bedrijven lid kunnen worden; ze krijgen voor een bedrag toezicht in de resultaten van alle niet-confidentieel onderzoek, vóór publicatie; ze krijgen toegang tot alles wat onze PhD- studenten presenteren, ze krijgen toegang tot netwerkevents, tot Jan Arents die onze platformleider is, ze krijgen jaarlijks toegang tot één stagestudent en één masterthesisstudent. De bedrijven die in dat consortium zitten, zijn ook onze gepriviligieerde partners naar nieuwe, grote onderzoeksprojecten. Hun visie wordt vertaald in grote projecten die we met Capture willen realiseren. We zijn bezig dat R2T-concept door te vertalen naar CO2 en plastics. We krijgen dus drie zelfgefinancierde pijplijnen waar telkens één manager boven staat die dan beslist: dit zijn de projecten die we gaan uitvoeren.”
Proceswaterleverancier als voorbeeld
Een van de bedrijven die getuigde over hun samenwerking in Capture-verband, was Evides, een van de partners in project Improved. Evides is een proceswaterleverancier. Prof. Verliefde: “Het is natuurlijk een bedrijf dat aan R&D doet. Maar de capaciteit daarvoor is wel beperkt. Nu wordt Evides geconfronteerd met een vraagstuk dat zo multidisciplinair is dat zij een partner zoeken om dit vraagstuk op te lossen. Het gaat niet enkel om waterbehandeling, want dat is een expertise die ze zelf in huis hebben. Het gaat ook over energie en – vooral- materiaalonderzoek, dus: wat is de invloed van waterkwaliteit op materialen, niet alleen in stoom-watercycli maar ook in het leidingnet. Net omdat ze die multidisciplinariteit nodig hebben, zoekt Evides een partner in Capture.”
Evides is ook een voorbeeld van een grote, industriële speler die zou kunnen beslissen om later kantoorruimte te huren in de Capture-accelerator: “Als zij bijvoorbeeld zeggen: kijk, we zien hier nieuwe technologie die interessant kan zijn, maar wij willen training, dan is het mogelijk dat zij incubatorruimte huren en zeggen: we gaan hier mensen trainen. Of misschien zien ze wel een spin-off ontstaan rond nieuwe technologie: ook dan kunnen ze mensen in de incubatorruimte plaatsen. Maar in de accelerator kunnen tevens spin-offs zijn van onze universiteit zelf aanwezig zijn, net als spin-offs van andere onderzoeksinstellingen, ...”
“Vandaag ben ik minister van economie, maar ik denk dat ik meer en meer minister word van de círculaire economie, omdat die een grote opportuniteit is.”
“In Capture gaan we niet alleen ingenieurs of technologen samenbrengen maar bijvoorbeeld ook juridische experten en mensen die verstand hebben van vermarkting.”
“We zijn al heel ver in het terugwinnen van water, maar we kunnen nog stappen zetten naar het terugwinnen van energie en grondstoffen daaruit.”