EVENTS  
Aquarama 105 – oktober 2024

Slotconferentie B-Watersmart Flanders:

Naar slim en circulair watergebruik in Vlaanderen

In het kader van het Horizon 2020 project B-WaterSmart fungeerde Vlaanderen de afgelopen vier jaar als een living lab. Net als in vijf andere Europese kustregio’s werd er gewerkt aan een versnelde transitie naar een ‘water smart’ of waterslimme economie en maatschappij. Op 6 juni vond in Mechelen de slotconferentie van de Vlaamse pijler van het project plaats, met aandacht voor niet alleen de twee concrete Vlaamse cases, maar ook de inspanningen van de gaststad zelf én die in andere betrokken living labs.

B-WaterSmart is een Horizon 2020 project waarin maar liefst 36 internationale partners, waaronder Water Europe, Vlakwa, VITO, Proefstation voor de Groententeelt, Stad Mechelen, KWR, De Watergroep en Aquafin, zich de voorbije vier jaar engageerden voor een slimmere omgang met water. Met het doel om watersystemen te creëren die beter bestand zijn tegen de klimaatuitdagingen en een positieve economie ondersteunen, richtte het project zich in hoofdzaak op de Europese kustregio’s. Zes regio’s werden daarvoor als living lab benoemd: Alicante (Spanje), Bodø (Noorwegen), Lissabon (Portugal), Oost-Friesland (Duitsland), Venetië (Italië) en Vlaanderen. “Hoewel water een globaal probleem is, behoeft het een lokale aanpak”, verklaarde Andrea Rubini van Water Europe in Mechelen de opzet van het project.

Water smart?

Wat we onder een waterslimme maatschappij precies mogen verstaan, is volgens Rubini genuanceerd. “Slim of ‘smart’ wil in ieder geval niet – of toch niet noodzakelijk – zeggen: digitaal. Het gaat om hoe we met water omgaan. Een waterslimme maatschappij is een maatschappij die de waarde van water erkent en waarin de veiligheid, duurzaamheid en bestendigheid van het watersysteem centraal staan. Het is een maatschappij waar alle beschikbare waterbronnen op een weloverwogen manier beheerd worden om vervuiling en tekorten te voorkomen, waar er gestreefd wordt naar een circulair watergebruik en waar er gewerkt wordt aan een watersysteem dat bestand is tegen zowel klimatologische als demografische veranderingen.”

Om tot zo’n waterslimme maatschappij te komen, richtte het B-Watersmart project zich hoofdzakelijk op het terugdringen van het gebruik van zoetwaterbronnen en het verhogen van zowel efficiënt watergebruik als -hergebruik. “Technologie is daarin maar één aspect”, benadrukte Gerard van den Berg van KWR nog. “Minstens even belangrijk is het engagement van en de interactie met alle relevante stakeholders. In het kader van B-Watersmart werd daarom ook ingezet op governance en de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen. Een living lab, waarin per definitie uitgegaan wordt van co-creatie, vormt daarvoor een uitstekend startpunt.”

Pilootprojecten

Drie concrete projecten onderstreepten tijdens de slotsessie de meervoudige focus van B-Watersmart: Ignacio Casals van Aquas de Alicante lichtte de diverse initiatieven toe die in het droge Alicante uitgerold worden, Sander Bombeke van Proefstation voor de Groententeelt sprak over een slim bufferbekken in Hombeek en Peter Cauwenberg (De Watergroep) en Birte Raes (Aquafin) behandelden het tweede Vlaamse pilootproject, ter hoogte van De Blankaart. Samenwerking bleek daarin telkens een doorslaggevende factor voor succes.

Bij het Vlaamse pilootproject in Hombeek wordt bijvoorbeeld ruimte op het platteland benut om de omliggende woonkernen en de stad Mechelen van overstromingen te vrijwaren. Door een bufferbekken uit te rusten met een weergestuurde schuif, kan hemelwater er op een slimme manier opgevangen of net afgevoerd worden. Bombeke: “In functie van de weersverwachting en de noden van de omliggende akkers wordt het water bijvoorbeeld ingezet voor subirrigatie of gecontroleerd afgevoerd. Zo hebben we elke ongecontroleerde overflow voorlopig kunnen vermijden.” Technisch valt het concept volgens Bombeke relatief eenvoudig naar andere locaties te vertalen, maar op organisatorisch vlak zijn er nog een aantal drempels. “We moeten duidelijk kunnen vastleggen wie juist baat heeft bij het systeem en welke kosten en verantwoordelijkheden daar tegenover staan.”

In West-Vlaanderen zijn de hoofdrolspelers alvast duidelijker bepaald. Daar onderzoekt De Watergroep, in samenwerking met Aquafin, hoe de drinkwaterproductie in De Blankaart verzekerd kan worden. “Omwille van onder meer restricties, verzilting en een verminderde waterkwaliteit bij overstromingen kunnen we niet altijd water opnemen”, verduidelijkt Cauwenberg. “Daarvoor onderzochten we twee mogelijke oplossingen: de toevoeging van een extra CCRO stap in onze zuiveringstrein enerzijds en het gebruik van het effluent van RWZI Woumen als alternatieve bron anderzijds.” Vooral die laatste vereist nog bijkomend onderzoek. Raes: “Tijdens de piloottesten werden we geconfronteerd met een aantal operationele problemen. Vooral de voorfilter en de UF-membranen werden overmatig met organische componenten belast. Daarvoor zijn dus nog aangepaste protocollen nodig. Verder rijst de vraag of het RWZI-effluent best in het bufferbekken of elders in het systeem ingebracht wordt, moet er een quality control plan opgesteld worden, en moeten we nagaan wat de impact op de omgeving is als het effluent niet meer geloosd wordt.”

Water Oriented Living Labs

Aan openstaande vragen tijdens de slotconferentie van B-WaterSmart Vlaanderen dus geen gebrek. “Dat is net het mooie van een living lab”, benadrukte Rubini. “Waar een project per definitie ten einde loopt, hoeft dat voor een living lab niet noodzakelijk het geval te zijn. De living labs van B-Watersmart vormen dan ook een raamwerk om ervoor te zorgen dat de initiatieven op 31 augustus niet ten einde lopen. Ze leven verder als Water Oriented Living Lab en hun oplossingen worden opgenomen in de Water Europe Marketplace.”

Ook Mechelen, gaststad van de slotconferentie, mag zich sinds 2023 zo’n Water Oriented Living Lab of WoLL noemen. “Bij elke heraanleg trachten we groen en blauw opnieuw in de stad te introduceren. Op verschillende plaatsen worden vlieten weer open gelegd, straten worden onthard en met het masterplan Binnendijle versterken we zowel de natuur als de beleving langsheen onze groenblauwe ader.” Dat vertelde Alexandra Winderickx, projectmanager klimaatadaptatie bij Stad Mechelen, niet alleen; ze toonde het vooral tijdens een begeleide stadswandeling. “Klimaatadaptief word je echter niet van de ene dag op de andere. Het is een proces van lange adem dat continue groei en aanpassing vergt. De aanpak van een living lab, waarin ruimte is om te testen en te innoveren, komt daarin goed van pas. Ook het participatieve aspect is voor ons van groot belang. In elk project proberen we onze burgers te betrekken. Hoe hoger de acceptatie, hoe vlotter een project nu eenmaal tot stand komt. En hoe meer projecten we realiseren, hoe meer we de acceptatie uiteindelijk zien groeien.”

Tekst: Elise Noyez

Foto’s: Vlakwa

www.b-watersmart.eu