INTERVIEW
Aquarama 78 – december 2017
Nieuwe algemeen directeur van AquaFlanders legt nog meer de nadruk op samenwerking
“Sensibilisering cruciaal om doelstellingen te halen”
Sinds april dit jaar heeft AquaFlanders een nieuwe algemeen directeur. Carl Heyrman nam de fakkel over van Marc Buysse. Meer dan ooit wil de organisatie, die de belangen van de Vlaamse drinkwatermaatschappijen en rioolbeheerders behartigt, haar rol spelen om de 2030-doelstellingen van de Verenigde Naties te halen. “Geen enkele organisatie kan dat alleen. We willen daarom bruggen bouwen met andere belangrijke partijen, zodat we tot een structurele samenwerking kunnen komen. Dat biedt sowieso meer kansen om de talrijke uitdagingen van onze watermarkt daadkrachtig aan te pakken.”
Uw achtergrond (zie kaderstukje) situeert zich vooral in de bouwsector. Hoe groot was de stap naar de waterwereld?
Carl Heyrman: “De bouw is sowieso een wereld met een sterke link naar water en riolering. Water is een kostbaar goed, een levensnoodzakelijk iets en daardoor ook een razend interessante materie. Het beschikbaar maken van kwalitatief drinkwater is van kapitaal belang voor de volksgezondheid. Bovendien is het een heel breed onderwerp, waar heel wat stakeholders bij betrokken zijn. Vanuit mijn ervaring in een sectorale organisatie ben ik goed vertrouwd met stakeholdermanagement en het op de voorgrond plaatsen van gemeenschappelijke belangen. In die zin was de stap naar een organisatie die belangrijk is voor de Vlaamse waterwereld, niet zo groot.”
Water is een erg actueel thema. Waaraan merkt u dat vooral in de praktijk?
“De Verenigde Naties behandelen in hun 2030-doelstellingen water als een prioriteit. De periode van droogte die we van juni tot augustus hebben gekend, heeft aangetoond dat delen van Vlaanderen waterschaars zijn en heeft onmiskenbaar een aantal belangrijke werkpunten blootgelegd. Dat verdient veel aandacht, want de klimaatverandering die aan de gang is, zal ertoe leiden dat we in de toekomst frequenter dergelijke periodes van droogte zullen kennen. Daarom moeten we mensen nog meer sensibiliseren over verantwoord en duurzaam watergebruik.”
Hoe goed scoort Vlaanderen vandaag op dat vlak?
“Met een gemiddeld verbruik van 100 liter per dag per persoon, mogen we zeker niet klagen, maar alles kan beter. Nog te vaak vloeit kraantjeswater ongebruikt naar de riolering, terwijl er op dat vlak zeker nog mogelijkheden liggen. Water dat wegvloeit in lavabo’s, zou je bijvoorbeeld nog kunnen recupereren als spoelwater voor toiletten. Het is een maatschappelijke opdracht om water nog meer en beter in te zetten in een circulaire economie. Daarnaast kunnen we de mensen via sensibilisering nog meer aanzetten tot het consumeren van kraantjeswater als drinkwater. Veel gezinnen zouden jaarlijks enkel honderden euro’s kunnen besparen door niet langer voor flessenwater te opteren.”
In welke mate is de professionele wereld al goed met hergebruik bezig?
“Er is zeker een positieve mindshift aan de gang bij ondernemingen. Ook zij willen ecologische doelstellingen halen en beseffen maar al te goed hoe kostbaar drinkwater is. Net daarom zet de drinkwatersector almaar sterker in op het leveren van water op maat aan bedrijven, waarbij bijvoorbeeld proceswater zeker niet altijd van drinkwaterkwaliteit moet zijn. Rond waterrecuperatie en -hergebruik zijn bij heel wat ondernemingen al investeringen gebeurd en die beweging zal zich de komende jaren ongetwijfeld voortzetten.”
Hoe zal AquaFlanders in de komende jaren haar rol als belangenverdediger van de drinkwatermaatschappijen en de rioolbeheerders invullen?
“We zijn volop bezig met de uitwerking van een nieuw businessplan, dat normaliter nog voor eind dit jaar zal worden goedgekeurd. Sowieso willen we inzetten op een toekomstgericht beleid, waarbij structureel overleg met onze stakeholders centraal staat. Communicatie is een andere prioriteit. Dan gaat het zowel over het informeren van het brede publiek als het benadrukken van het belang van investeringen in rioleringen. Af en toe leggen incidenten, zoals de twee zinkgaten in de regio-Brussel enkele maanden geleden, bepaalde pijnpunten letterlijk bloot. Hoewel zeker gemeentelijke overheden bij voorkeur investeren in ‘zichtbare’ realisaties, is het op peil houden en het in kaart brengen van het ondergronds patrimonium heel belangrijk, zelfs al zijn de publieke middelen eerder schaars.”
Welke diensten moeten nog verder worden uitgebouwd?
“We moeten een belangrijke partij blijven voor het keuren van aansluitingen van huishoudelijke binneninstallaties (drinkwater) en privéwaterafvoer (rioleringen). Voor dat tweede luik streven we naar een structurele samenwerking met VLARIO, het overlegplatform en kenniscentrum voor rioleringen en afvalwaterzuivering. Eerder dit jaar is al een intentieovereenkomst ondertekend om met hen samen te werken, in 2018 willen we dat blijven op poten zetten. Sowieso zal dat voor alle partijen leiden tot efficiëntiewinsten. Daarnaast kunnen we onze rol van kwaliteitsbewaker nog beter invullen, bijvoorbeeld door opleidingen over de aanleg van drinkwaterleidingen te organiseren, zodat de uitvoering van dergelijke werken op een gegarandeerd kwalitatieve manier gebeurt. Het is ook de intentie om nog meer werk te maken van benchmarking, zodat we een duidelijk beeld krijgen over hoe ver Vlaanderen staat in vergelijking met andere landen.”
De waterwereld verandert erg snel. Hoe moeilijk is het om voortdurend up-to-date te blijven?
“We beseffen dat het belangrijk is snel te anticiperen op vernieuwingen. Daarom willen we een denktank oprichten waarin innovaties en verbeteringen regelmatig worden besproken. Zo willen we ook komen tot zorgvuldige afstemming van onderzoeksprogramma’s, bijvoorbeeld in samenwerking met een partij als Vlakwa. Op communicatievlak vinden we overigens ook ons partnership met Aquarama belangrijk: dit medium kan nog meer uitgroeien tot een belangrijk kanaal om onze strategische boodschappen mee te vertolken. Samenwerking, met het volste respect voor de eigenheid en identiteit van onze partners, is onontbeerlijk om hogere doelen te bereiken. De duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties zijn nu eenmaal niet vrijblijvend, ook Vlaanderen heeft de verplichting op dat vlak belangrijke progressie te boeken. Partnerships kunnen ertoe bijdragen om daar proactief op te anticiperen en de talrijke uitdagingen die op ons afkomen, op de juiste manier aan te pakken.”
Door Bart Vancauwenberghe
Bio
Carl Heyrman werd 53 jaar geleden geboren in Antwerpen en woont in Brussel. Na zijn opleiding tot bouwkundig ingenieur en MSc in Safety and Health, behaalde hij later ook een MBA rond ‘leadership and sustainability’. Het stond dus zowat in de sterren geschreven dat hij ooit terecht zou komen in een sector die duurzaamheid nadrukkelijk op de voorgrond plaatst. Na zijn studies was hij eerst actief als werfleider in de bouw. Vanuit die ervaring behartigde hij later voor een verzekeringsmaatschappij het vastgoedgedeelte en werd hij binnen die organisatie ook preventieadviseur. Vervolgens ging hij aan de slag als directeur-generaal bij een sectorale organisatie in de bouw, waar hij jarenlang mee vorm heeft gegeven aan het sectorale beleid rond preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten. Sinds april van dit jaar is hij de nieuwe algemeen directeur van AquaFlanders.
“De duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties, met water als een van de prioriteiten, zijn niet vrijblijvend”, beseft Carl Heyrman.
“Op het vlak van hergebruik is er bij de ondernemingen een positieve mindshift bezig.”
“Het ondergrondse patrimonium op peil houden en in kaart brengen, is heel belangrijk.”