INTERVIEW
Aquarama 85 – september 2019
Meevloeiend met de waterstromen
Laurence Bovy staat sinds twee jaar aan het hoofd van de Brusselse intercommunale Vivaqua. Een nieuwe fase in haar carrière op het kruispunt tussen politiek kabinet en openbaar bestuur. Als voorzitter van de NMBS of als regeringscommissaris aan de Universiteit van Luik (ULg). Water is vandaag haar corebusiness binnen Vivaqua: de distributie van drinkwater en het onderhoud van het rioleringsnetwerk van de hoofdstad. Twee enorme uitdagingen. De directrice is van plan om 1.350 werknemers aan boord te houden. Ze laat zich daarbij leiden door het strategische plan dat ze op poten heeft gezet om Vivaqua aan de nieuwe realiteit aan te passen.
Laurence Bovy ontpopt zich in haar grote kantoor in de Brusselse Vivaqua-toren alvast tot een zeer actieve executive manager. Bedachtzaam maar energiek, technisch maar pedagogisch. Bezeten door de uitdaging die ze is aangaan: het beheer van water, een “nobel materiaal dat we altijd nodig zullen hebben”.
Waarom bent u deze uitdaging aangaan?
Laurence Bovy: “Op mijn vijftigste wilde ik me lanceren in de operationele sector. Ik ben ook gepassioneerd door het bijzondere karakter van water. Het is een zeer nobel, nuttig, essentieel en duurzaam materiaal met een uitermate bijzondere productiewijze: drinkwater moet worden verpompt, behandeld, bewaakt, vervoerd en gedistribueerd. In tegenstelling tot energie heeft water geen alternatief. Water is water. Vivaqua is ook geen standaard overheidsapparaat, maar een echte industriële onderneming met een 24 uur per dag dienstverlening. Zo maken arbeiders de helft van het personeel uit en bestaat het cliënteel uit zowel particulieren als bedrijven. Als overheidsbedrijf staan we voor heel wat uitdagingen: luisteren om de kwaliteit van onze diensten voortdurend te verbeteren, technologische vooruitgang ontwikkelen en industriële vaardigheden verwerven. Bovendien kennen we een grote geografische spreiding. Zo hebben we in Wallonië vier zuiveringsinstallaties en 26 waterwingebieden (zie kader) en in Brussel verschillende locaties, waaronder ons hoofdkantoor en ons analyselaboratorium. Die spreiding vraagt om doelgerichte standaardiseringsmaatregelen. Voor het grote publiek lijkt het evident om water uit de kraan te halen of het toilet door te trekken. Dat is echter het resultaat van een gigantisch industrieel proces dat afhankelijk is van een heel korps arbeiders, expertise en een stevige portie nauwgezetheid.”
U moet dus een heuse onderneming in goede banen leiden?
“Inderdaad. In het verleden liep Vivaqua een paar keer achter op de zaken, waaronder op computergebied. Meteen na mijn aankomst begon ik met het opstellen van een strategisch plan. Na analyse van de problemen werd een meerjarig strategisch plan opgesteld met zes assen met bijbehorende verplichtingen en meetbare doelstellingen tussen vandaag en 2024. Zo moeten we onze relatie met onze klanten moderniseren. Onze abonnees moeten zelf via internet een aantal handelingen kunnen uitvoeren. We zijn ermee bezig. Zo werken we nog sinds vorig jaar met elektronische facturatie (nu al 20.000 gezinnen) zodat abonnees maandelijks kunnen betalen voor elektriciteit, telecom. Daarnaast hebben we een zeer gevarieerde klantenkring – van individuen tot grote klanten zoals de NAVO – met huishoudens met uiteenlopende profielen (vrijgezelle studenten, eenoudergezinnen, opnieuw samengestelde gezinnen, kwetsbare gezinnen ...). Door die variëteit moeten we gedifferentieerde diensten en prijzen aanbieden, en een sociaal tarief dat vandaag niet bestaat, enz.”
Maar er zijn nog uitdagingen ... voor beroepen in de watersector hebben we nood aan gespecialiseerd personeel dat klaar is voor de toekomst.
“Absoluut, we zullen binnenkort veel technici en ingenieurs van de nieuwe generatie nodig hebben. Om hen aan te trekken, pakt Vivaqua uit met argumenten als een unieke entiteit die de hele levenscyclus van water belichaamt: winning, behandeling, zuivering, distributie en strijd tegen overstromingen ... Door een intensieve samenwerking met universiteiten kunnen we meer bewustheid omtrent dat potentieel creëren. Daarom financieren we een leerstoel aan de polytechnische faculteit van de ULB-VUB, om beroepen in de watersector en de nodige technieken daarvoor meer populariteit te geven. Ons personeel bestaat voor de helft uit arbeiders. In de afgelopen vijf jaar heeft Vivaqua evenwel weinig personeel aangeworven. Ik heb deze dynamiek opnieuw gelanceerd omdat ons personeel gemiddeld 47 jaar oud is en een zeer veeleisende baan heeft. We moeten anticiperen op de massale uittocht die over vijf, zes jaar zal plaatsvinden. Daarom is het noodzakelijk om onze teams te verjongen en te versterken.”
Vivaqua beheert ook het Brusselse rioleringsnetwerk. Een moeilijke uitdaging?
“In 2011 hebben we die taak overgenomen van de gemeentelijke overheden. Het netwerk verkeert momenteel in een ontstellende toestand. Onze riolen zijn heel oud, met soms nog stenen overwelfsels uit de vorige eeuw. We moeten gemiddeld 100 miljoen euro per jaar investeren om deze situatie te verbeteren. Ook dat is een belangrijk punt van ons moderniseringsplan. De eerste uitdaging bestaat erin om dit netwerk beter te leren kennen. Bij gebrek aan gegevens en documentatie hebben we vandaag slechts van 44% van ons rioleringsnetwerk een exact beeld. Dat dankzij een nauwkeurig en nauwgezet inspectiewerk dat jarenlang ondergronds door onze teams is uitgevoerd. Deze kennis moet absoluut 100% zijn voor 2024. Daarvoor gebruiken we de hydrozoom, een geavanceerde duikcamera die sneller een vrij uitgebreid beeld van de staat van het netwerk en eventuele aandachtspunten oplevert. Daarnaast moeten menselijke inspecties worden uitgevoerd. In de loop van de tijd en de behandeling heeft Vivaqua ook de minst invasieve technieken voor de bewoners ontwikkeld. In plaats van de weg te openen en langdurige en hinderlijke bouwwerven te creëren, geven we waar mogelijk de voorkeur aan alternatieve methoden die minder hinderlijk zijn voor bewoners en mobiliteit.”
“Niet investeren in ondergrondse infrastructuur leidt vroeg of laat tot problemen op het gebied van ... mobiliteit na overstromingen, instortingen en een toename van niet-geplande bouwwerven.”
Welke problemen?
“Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan ‘kousen’. We breken de weg op om het problematische riool in te gaan en injecteren een soort harskous tegen de rioolwand om die te verstevigen. Hetzelfde met eiprofielen, een samenstel van stijve ringen die de vorm van het riool volgen en aan elkaar zijn verzegeld. We bouwen momenteel onze eigen productiefabriek voor eiprofielen in Anderlecht, zodat we die binnenkort niet meer hoeven te importeren. Zo kunnen we banen creëren en de levertijden en de kwaliteit van dat materiaal van de toekomst beter beheersen. De meeste rioolproblemen hebben te maken met veroudering, aansluitingen op woningen en lekkage. De demografische hoogconjunctuur (van 900.000 tot 1,2 miljoen inwoners) en de toename van het aantal motorvoertuigen in de hoofdstad hebben jarenlang schade aan de ondergrondse infrastructuur toegebracht. Tegen 2024 zullen we de toestand van ons hele rioolstelsel volledig in kaart hebben gebracht. Het zal heel wat tijd en geld vragen om onze riolen te herstellen en te onderhouden. Om nog maar te zwijgen van een ander typisch Brussels probleem dat dringend moet worden aangepakt: de ondoordringbaarheid van de beton- en asfaltoppervlakken. Met andere woorden 50% van de oppervlakte. In de eerste ring is zelfs 75% van het oppervlak ondoordringbaar. We moeten de doorlatende oppervlakken herstellen, zodat het water zijn natuurlijke weg kan vinden.”
Hoe kunnen we de kwaliteit van drinkwater waarborgen?
“Vivaqua besteedt de grootste aandacht en zorg aan deze cruciale parameter. We concentreren ons op onze waterwingebieden en hun omgeving. We maken de gebieden rond onze waterwingebieden immuun voor menselijke activiteit om de aanwezigheid van stookolie, industrieel afval, pesticiden te voorkomen ... Zo beschikt Vivaqua over 1.500 hectare land rondom en in de buurt van de waterwingebieden om de kwaliteit van haar drinkwater te behouden. En er worden afspraken gemaakt met naburige boeren om een ecologisch gedrag aan te nemen. Eenmaal gewonnen ondergaat het water een behandeling. In Tailfer stroomt opgepompt oppervlaktewater van de Maas door verschillende bezinkbassins (één met geactiveerde houtskool, één met zand, enz.). Zo wordt het water drinkbaar gemaakt. Maar het water moet eerst nog een hele serie analyses in ons lab ondergaan voordat het uit uw kraan loopt. We controleren op heel wat meer parameters dan wordt opgelegd door de WHO of in de federale teksten. Ik slaap beter als ik zie hoe ons laboratorium werkt. Water is het meest gecontroleerde voedselproduct in België.”
Water is een commercieel product. Wat is Vivaqua’s houding in dat verband?
“Wij willen de consument ertoe aan te zetten meer water uit de kraan te gebruiken omdat het van hoge kwaliteit, minder duur en in enorme hoeveelheden beschikbaar is. Maar we worden geconfronteerd met bedrijven zoals Nestlé die enorme marketingcampagnes opzetten. We moeten mensen beter sensibiliseren over de goede kwaliteit van ons kraanwater, en zo de terughoudendheid van sommige doelgroepen overwinnen. We moeten er een dagelijkse reflex van maken, want met elk glas kraanwater vermindert het gebruik van plastic flessen.”
Welke boodschap zou u graag meegeven aan de politieke autoriteiten?
“De politieke wereld in Brussel heeft duidelijk begrepen dat we in infrastructuur moeten investeren. Ik ben alleen bang dat alles draait rond mobiliteit, en dat er dus vooral wordt geïnvesteerd in spoorweg- en wegennetwerken, tunnels ... Bij elke gelegenheid hamer ik erop: ‘vergeet de modernisering van de ondergrondse infrastructuur niet, en dan vooral in Brussel’. Niet investeren in ondergrondse infrastructuur leidt vroeg of laat tot problemen op het gebied van ... mobiliteit na overstromingen, instortingen en een toename van niet-geplande bouwwerven.”
Door Fernand Letist
26 waterwingebieden
Vivaqua beheert 26 waterwingebieden in België waar grondwater wordt opgepompt om er drinkwater van te maken. Waaronder in Tailfer (provincie Namen) met een installatie die water uit de Maas behandelt. De andere zijn grondwaterwinningen. Het waterwingebied in Vedrin (in Namen) is een overstroomde oude ijzermijn. Daar wordt met pompen die 130 meter onder de grond zitten water opgevangen. In Modave (in de provincie Luik) hebben we dan weer te maken met een zwaartekrachtgebaseerd waterwingebied waar water van nature door verschillende lagen wordt gefilterd, waarna het water via de zacht glooiende helling van het Waalse Gewest op een natuurlijke manier naar Brussel wordt geleid. Het water wordt in alle gevallen natuurlijk behandeld. Vivaqua produceert meer water dan nodig voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het verkoopt een deel ervan aan Vlaamse en Waalse distributeurs.