ONDERZOEK
Aquarama 84 – juni 2019
Vlaamse waterprijs is gemiddeld en betaalbaar
In Vlaanderen betalen we net iets minder voor water dan gemiddeld in onze buurlanden. De integrale waterfactuur is ook iets goedkoper dan in Wallonië en Brussel. De waterfactuur is voor de meeste Vlamingen betaalbaar. Al denkt de Vlaming zelf wel dat ons drinkwater duur is. Dat zijn enkele conclusies na een onderzoek naar de Vlaamse waterprijs die de Vlaamse Milieumaatschappij recent heeft laten uitvoeren.
Waterprijs in Vlaanderen is gemiddeld
De prijs die we in Vlaanderen betalen voor water is ten opzichte van onze buurlanden gemiddeld. In Frankrijk en Nederland ligt de gemiddelde prijs iets lager dan bij ons, in Duitsland is water wat duurder. Als je Vlaanderen vergelijkt met Wallonië en Brussel, dan is onze waterprijs iets goedkoper.
Van de twintig onderzochte landen binnen de EU is een glaasje kraantjeswater het duurst in Denemarken: daar betaalt men bijna dubbel zoveel als bij ons. Het goedkoopst de dorst lessen, doet men in Italië. Daar is de integrale waterfactuur wel vijf keer goedkoper dan in Denemarken.
Vlaming vindt drinkwater duur, maar kent de prijs niet echt
Slechts 10% van de Vlamingen zegt de waterprijs te kennen. Maar drie op de vijf Vlamingen denkt wel dat ons drinkwater duur is. In vergelijking met onze buurlanden valt dat dus wel mee.
Integrale waterfactuur
Is onze waterfactuur dan niet duidelijk? Toch wel, drie kwart vindt de factuur voldoende duidelijk. En de factuur wordt ook goed bekeken: 80% doet dat zelfs grondig. Twee derde weet dan ook dat er op de waterfactuur niet alleen kosten aangerekend worden voor de productie en levering van drinkwater, maar ook voor de afvoer en zuivering van afvalwater en administratieve kosten van de watermaatschappij.
Over de huidige regeling van de vaste vergoeding zijn de meningen verdeeld: 42% van de Vlamingen vindt die fair, evenveel Vlamingen vinden die niet fair. Met de huidige regeling van de variabele vergoeding zijn iets meer mensen het eens: zo’n 60%.
Waterfactuur is betaalbaar
De laatste jaren is het niet moeilijker geworden om de waterfactuur te betalen. Voor de meeste groepen neemt het betaalbaarheidsrisico zelfs lichtjes af. Vooral grote gezinnen ondervinden dat de waterfactuur de voorbije jaren minder zwaar weegt op het volledige huishoudbudget. Alleenstaanden betalen in verhouding iets meer.
We beschouwen de waterfactuur als betaalbaar als die niet meer dan 1,4% van het totale huishoudbudget inneemt.
Voor wie de waterfactuur een grotere hap uit het huishoudbudget dreigt te nemen, zijn er sociale correcties ingesteld. Zonder die correcties zouden tot 40% van deze gezinnen effectief een betaalbaarheidsrisico lopen; met de sociale correctie is het betaalbaarheidsrisico voor die groep voorkomen. Het systeem van sociale correcties zou wel nog efficiënter kunnen: 60% van de ontvangers van een sociale correctie zou zonder die correctie geen betaalbaarheidsrisico lopen.
Evaluatie van de tariefstructuur van de integrale waterfactuur
Sinds 1 januari 2016 is de tariefstructuur van de integrale waterfactuur in Vlaanderen flink gewijzigd, en met name meer geüniformiseerd. Na de invoering van de nieuwe tariefstructuur van de integrale waterfactuur zijn diverse evaluerende deelstudies uitgevoerd gericht op de evaluatie van een (of twee) beoogde effecten van het gewijzigde beleid. De resultaten kan men vinden in de deelstudies zelf (zie kader), of samengevat in de voornaamste conclusies (zie kader).
Tekst en illustraties Vlaamse Milieumaatschappij
www.vmm.be/nieuws/archief/vlaamse-waterprijs-is-gemiddeld-en-betaalbaar
Belangrijkste conclusies
1. De huidige prijzen voor drinkwater zijn billijk in vergelijking met andere landen.
2. De wijziging in de tariefstructuur draagt positief bij aan de billijkheid van de kostentoerekening. Een verhoging van de opbrengsten uit het vastrecht door afschaffing van de korting per gedomicilieerde – de zogenoemde gezinskorting – zou leiden tot een verbetering van de kostenterugwinning van met name de (grotere) huishoudens met een laag waterverbruik.
3. De overgrote meerderheid van de ondervraagde huishoudelijke gebruikers is het er (helemaal) mee eens dat de watermaatschappijen een uniforme tariefstructuur hanteren. De tevredenheid van de huishoudens over de prijs en de billijkheid van de tariefstructuur lijkt iets afgenomen te zijn, dat terwijl de onbekendheid met de tariefstructuur en de prijs van water erg groot is. Er bestaat een scherpe tweedeling over de billijkheid van de zogenoemde gezinskorting.
4. De betaalbaarheidsrisico’s zijn na de wijziging van de tariefstructuur iets afgenomen. Zowel voor als na 2016 zijn huurders, niet-werkende volwassenen en eenpersoonshuishoudens risicogroepen voor de betaalbaarheid van de waterfactuur.
5. De sociale correctie is na de gewijzigde tariefstructuur nog effectiever geworden om betaalbaarheidsproblemen te voorkomen. Echter slechts een op de vijf huishoudens in het laagste inkomensdeciel ontvangt de sociale correctie, en (iets meer dan) 60% van diegenen die een sociale correctie ontvangen, zou ook zonder sociale correctie niet in betaalbaarheidsproblemen komen.
6. Er is geen reden om aan te nemen dat de inkomenszekerheid van de watermaatschappijen verminderd is na de invoering van de nieuwe tariefstructuur, waardoor aangenomen kan worden dat ook de leverzekerheid door de nieuwe tariefstructuur niet afgenomen is.
7. Omdat de prijselasticiteit van drinkwater zeer gering is, zal de wijziging van de tariefstructuur naar verwachting niet tot duurzamer waterverbruik leiden. Duurzaam waterverbruik zal op een andere manier gestimuleerd moeten worden.